De politieke discussieavond van GroenLinks over de gevolgen van krimp voor de kleine kernen maakte duidelijk dat afwachten niet verstandig is. Sturend aanpakken lijkt ook het belangrijkste recept voor de overheveling van ondersteuningszorg naar de gemeenten.
De Hezebrink in Emst was door GroenLinks met opzet gekozen als plek voor het politiek café over kleine-kernen-beleid en ondersteuningszorg.
De discussie over basisvoorzieningen maakte al snel duidelijk dat er veel verschillende antwoorden zijn over wat belangrijk is voor een kleine kern. Op de ene plek is dat een dorpshuis, ergens anders de voetbalkantine. Het gaat er vooral om dat er een ontmoetingsplek is, een bundeling van sociale energie. Een dorpshuis of kulturhus met extra functies helpt daarbij enorm, maar het instandhouden van het sociale netwerk is het belangrijkst. Inzet van vrijwilligers om te zorgen voor een veilige, behulpzame omgeving is van groot belang om de leefbaarheid van een kleine kern overeind te houden. “Denk ook aan de acties van de musketiers van Oene”, stelt Jan Aalbers van GroenLinks, “dat zorgt voor speelse acties maar heeft dezelfde serieuze ondertoon om op saamhorigheid en het “Oene-gevoel” in te spelen”.
Tijdens de discussie werd gewezen op de inzet van de provincie via de subsidieregeling Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen die lokale initiatieven kan ondersteunen, ook de ondersteuning van de Vereniging Kleine Kernen Gelderland kan zeer zinvol zijn.
Voor de vormgeving van de zorgtaken via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) werd een soortgelijke conclusie al snel duidelijk. CDA-kandidaat Loes Looman: “Als we kunnen zorgen voor welzijn is er bij veel mensen minder behoefte aan zorg”. De gemeente heeft een belangrijke taak om via voorlichting en advies te zorgen voor een passende dosering van het aanbod van zorg naast zelfredzaamheid en ondersteuning door netwerken en mantelzorgers. Het huidige wijk- en buurtgericht werken zal een goed schakelpunt tussen voorlichting en aanpakken moeten worden. “Goed betekent ook dat je heel snel kunt reageren” stelde Dirk-Jan Beumer (PvdA). GL-secretaris Bas Broekhuizen wees tenslotte op het ontstaan van ZZP-groepen die heel snel en adequaat zorg kunnen leveren.
Gespreksleider Bert Boetes (GL) gaf de discussie nog een laatste uitdaging met de stelling dat mensen de keuze moeten hebben voor zorg in natura of via een persoonsgebonden budget (PGB). Alle partijen bleken de PGB’s te willen behouden, maar wel goed te willen bijhouden of daarmee de juiste zorg wordt bereikt.